De christelijke missionarissen en het “geheim” van vrede zij met hem
- Abdullah West
- Dec 1, 2022
- 7 min read
Er is een algemene claim in christelijk-Arabische kringen met betrekking tot de zalige uitdrukking:
(sallallahu `alayhi was-sallam)
(sallallahu `alayhi wassallam) die komt als een lofrede op de naam van de profeet, vertaald als “vrede zij met hem” of vaak afgekort als vzmh. Het werd voor het eerst gepropageerd in de Engelssprekende wereld door de christen-Arabische missionaris, Anis Shorrosh, Anis A. Shorrosh, Islam Revealed: A Christian Arab’s View of Islam, (Thomas Nelson Publishers, 1988), die beweerde dat deze lofrede niet letterlijk betekent “ vrede zij met hem’ maar ‘komt voor in de koran tekst en:
… leest letterlijk: “Zie! Allah en Zijn engelen bidden tot de profeet. Oh ja, wie gelooft, bid tot hem en groet hem met vrede.”
Men is volkomen in de war wanneer de letterlijke en echte vertaling wordt begrepen. Waarom verbergen onze moslimvrienden de echte betekenis van vzmh? Is het omdat de Arabische verklaring gênant is omdat het in tegenspraak is met de islamitische doctrine? ibid., p. 179
In de gebruikelijke trant van de missionaire traditie maakt Shorrosh vervolgens van de gelegenheid gebruik om Allah te lasteren en te bespotten door Hem te beschuldigen van bidden[!] tot een onderwerp, maar we zullen niet de moeite nemen om verder uit zijn godslasterlijke werk te citeren. Andere christelijk-Arabische polemisten zoals Labib Mikhail. Islam, Muhammad and the Koran: A Documentary Analysis [Online Document] en de pseudoniem Abdullah Al-Araby (pseudoniem), Islam Review [Online Document] hadden dit voorbeeld gevolgd door dit te herhalen.
Zoals verwacht, loopt de rest van de christelijke missionaire wereld niet al te ver achter en ze sprongen op de kar door een versie van het argument van deze pseudo-intellectuelen te herhalen. Hieraan gerelateerd is het argument dat onlangs werd herhaald door de christelijke missionaris Shamoun met betrekking tot verschillende koranverzen (zie 2:157, 33:43, 33:56), bewerend dat:
Aangezien deze verzen allemaal duidelijk zeggen dat Allah letterlijk bidt, en aangezien gebed een voorwerp vereist, moeten we daarom vragen tot wie Allah bidt? Moslims beweren dat Allah een enkelvoudige entiteit is, dat er geen meerdere personen in zijn Wezen zijn, wat betekent dat Allah niet tot zichzelf kan bidden. Of is hij dat? Misschien bidt Allah inderdaad tot zichzelf. Laten we nu direct ingaan op de kwestie van de uitdrukking “vrede zij met hem”, die de missionarissen van het christendom graag betwisten.
Het werkwoord salla in pre-islamitisch gebruik
In de taalkunde is er een fenomeen dat bekend staat als polysemie, dat wordt gedefinieerd als een woord of zin die in verschillende situaties meerdere dimensies of betekenissen kan hebben. Ahmad Shehu Abdussalam legt het als volgt uit:
Polysemie is een semantische toestand van een woord waarin het twee of meer betekenissen aangeeft. Een woord is meervoudig als het er hetzelfde uitziet als andere en meer dan één betekenis heeft… Deze verschillende betekenissen staan bekend als “zintuigen” (al-wujuh in de wetenschappen van de Koran), en kunnen met elkaar in verband worden gebracht, gedeeld in bepaalde attributen of iets anders, wat duidt op een veelheid aan betekenissen, terwijl verschillende vormen van hetzelfde woord, indien aanwezig, het “gebruik” zijn (al-naza’ir in de wetenschappen van de koran). Het woord al-akhirah, met slechts één vorm (d.w.z. een gebruik) heeft vijf betekenissen: opstanding, paradijs, hel, graf en het laatste (Koran 92:13, 2:102, 39:9, 14:27 en 38:7 respectievelijk).Ahmad Shehu Abdussalam, Concordance of the Qur’an (International Islamic University of Malaysia Press:2008), p. 23
Vanuit het standpunt van de Arabische taal is er geen reden om aan te nemen of te beweren dat deze uitdrukking “in tegenspraak is met de islamitische leer”, zoals Shorrosh beweert, of dat God “tot zichzelf bidt” zoals Shamoun beweert, aangezien bekend is dat in de context van het gebruik voor het werkwoord salla betekende het over het algemeen “zegeningen over iemand afroepen”. Dit gebruik is consistent in zowel de pre-Koran als de post-Koran literatuur. Toshihiko Izutsu, God and Man in the Qur’an: Semantics of the Qur’anic Weltanschauung, (IBT, Kuala Lumpur, 2002), p . 160
Hierna volgen enkele zeer interessante voorbeelden van het gebruik ervan in pre-islamitische poëzie.
De dichter al-A’sha beschrijft in zijn beschrijving hoe wijn wordt bewaard het volgende:
Opmerkelijk aan deze poëzie is het gebruik ervan om eerst “zegeningen af te roepen” (wa salla ala) de pot, en tegelijkertijd pogingen om “hulp van God te zoeken” met betrekking tot de inhoud van de pot, wat betekent dat het gebruik van het werkwoord salla betekent zeker niet “bidden op” het onderwerp als een godheid. Het is eerder duidelijk uit dit gebruik van dit specifieke pre-islamitische vers dat het idee van “zegeningen afroepen [salla] over” het onderwerp geen indicatie is van directe aanbidding, aangezien het ondenkbaar is dat een persoon de pot zou “aanbidden”. en hulp zoeken bij God, beide tegelijk! Dus uit het bovenstaande vers is het voldoende om de claims van Shorrosh en Shamoun samen te vernietigen.
Toch zijn we verplicht nog meer zout te strooien op de wonde van de blunder van de missionarissen. Evenzo gebruikt een ander pre-islamitisch gedicht ter ere van de keizer van het Perzische rijk door de dichter ‘Antarah het werkwoord salla als volgt:
Een amusant missionair bezwaar tegen het bovenstaande is dat alle koningen van de aarde de keizer letterlijk aanbaden, terwijl het duidelijk is dat een dergelijke aanwijzing door de dichter ‘Antarah’ zeker niet bestaat. Integendeel, zelfs uit de vertaling van dit gedicht blijkt duidelijk dat de dichter eerder een verheerlijking van de Perzische keizer oproept dan enige indicatie van enige vorm van aanbidding.
Dus uit de bovenstaande uiteenzetting is het duidelijk dat er geen reden is om “volkomen verward te zijn wanneer de letterlijke en echte vertaling wordt begrepen”, zoals Shorrosh beweert, aangezien het gebruik van salla al bestaat sinds de pre-islamitische tijd.
Het werkwoord salla in islamitisch gebruik
In het geval van de uitdrukking sallallahu `alayhi wa sallam, wordt het opgevat als een lofrede op God die iemand zijn zegeningen schenkt.
The Hans Wehr Dictionary of Modern Written Arabic, ed. JM Cowan, (Spoken Language Services, NY, 1976), p. 524. Hans Wehr’s Dictionary of Modern Written Arabic definieert salla als volgt:
De Hans Wehr Dictionary of Modern Geschreven Arabisch, uitg. JM Cowan, (Spoken Language Services, NY, 1976), p. 524
Deze vertaling is elders consistent en Wehr bevestigt het als volgt:
ibid., p. 523
Dit verschilt van sallah, ritueel gebed of aanbidding in de connotaties die de christelijke missionarissen bedoelen:
Zouden de missionarissen Wehr nu beschuldigen van “schaamte”, zozeer zelfs dat hij sallallahu `alayhi wa sallam vertaalde als “God zegene hem en schenk hem redding!” in zijn woordenboek? Het is inderdaad nogal gênant voor de missionarissen om zo’n onbeduidende kwestie te polemiseren.
Hoe zit het met Abraham en zijn familie?
Tot nu toe is de belangrijkste crux van de minachting van de christelijke missionarissen dat het werkwoord salla wordt gebruikt voor de profeet Mohammed, vrede zij met hem. De enige reden dat ze de kwestie zelfs maar aan de orde stellen, is omdat de profeet sallallahu `alayhi wa sallam wordt genoemd in Gods oneindige zegeningen. De missionarissen hebben echter ongelijk als ze aannemen dat alleen de profeet Mohammed deze behandeling krijgt, aangezien moslims deze uitdrukking ook toepassen op de profeet Abraham en zijn familie in hun dagelijkse gebeden.
Nu hebben de zendelingen een probleem dat ze voor zichzelf hebben gecreëerd. Als het waar is dat de profeet Mohammed (P) de enige profeet is aan wie God “aanbidt”, dan moeten ze uitleggen hoe deze aanroeping tot stand kwam die elke moslim reciteert in zijn gebeden, en waarom de profeet Abraham (P) is nu genoemd in dit gebed. Want als we het bovenstaande gebed zouden lezen volgens hun interpretatie, zouden we dus opmerken dat:
(a) De profeet Abraham en zijn gezin behoren nog tot de verschillende mensen tot wie de Almachtige God “bidt”; en;
(b) Het hele bovenstaande gebed heeft geen enkele logische betekenis, aangezien de smeekbede gericht is tot God en het stelt ook dat God de Meest Geprezen en de Meest Glorieuze is.
Zo kunnen we opnieuw getuige zijn van de dwaasheid van zo’n polemiek die indruist tegen het strikte monotheïsme van de islam. Voor nu “bidt” God niet alleen tot Mohammed en zijn familie, maar Hij geeft zich ook over aan de “aanbidding” van Abraham en zijn familie! Wat is het hilarisch om te zien hoe de missionarissen een gat voor zichzelf graven waar geen uitweg meer in is.
Conclusies
In tegenstelling tot hun bewering, is het werkwoord salla dat aangeeft dat “bidden tot” een onderwerp niet waar is en een veel voorkomende polemiek die wordt gepopulariseerd door de christelijke Arabieren die alleen in de val trappen van hun eigen onwetendheid over de Arabische taal en zijn nuances. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hun goedgelovige Engelssprekende tegenhangers daarom maar al te graag zo’n polemiek letterlijk zouden “oppakken” – al was het maar om de religie van de islam in diskrediet te brengen – ongeacht of de bewering waar is of niet. Zo proberen de missionarissen de universele consensus van de islam over het bestaan en de eenheid van God, en over de verplichting van de mens om Hem te dienen, te verstoren door Zijn geboden te vervullen die het summum bonum zijn: God en het kwaad vermijden” (Koran 16:36).
Het moet serieus worden opgemerkt dat het islamitische dogma dat al goed ontwikkeld was tegen het begin van de 2e eeuw A.H. de zalige uitdrukking sallallahu `alayhi wa sallam had gebruikt zonder enige “schaamte” eraan verbonden. Zeker, als de moslims in die tijd het verwrongen begrip van de missionarissen woordelijk hadden overgenomen met betrekking tot het grondwoord/werkwoord salla, zou deze gelukzalige uitdrukking vandaag de dag nooit door de moslims zijn gebruikt!
Het is ook even duidelijk dat zelfs met de recente missionaire “behandeling” van het onderwerp, er geen geldige rechtvaardiging is voor hun claim, afgezien van hun extreme meineed en haat tegen de islam, d.w.z. islamofobie. Want elke keer dat de naam “Mohammed” wordt genoemd, staan de haren in hun nek recht overeind en vallen ze schaamteloos de Profeet, sallallahu `alayhi wa sallam, aan door een beroep te doen op hun dwaze theorieën en valse verslagen van de geschiedenis.
Vandaar dat de misplaatste pogingen van de christelijke missionarissen om het strikte monotheïsme van de islam te ontkennen met hun misbruik van het werkwoord salla, plat op de grond vallen, net als al diegenen die liegen en lasteren voor de niet-bestaande, pseudo-monotheïstische “drie-enige” god. .
En alleen Allah weet het beste, want Hij alleen is het waard om aanbeden te worden.
Comentários